Leefruimte bieden aan bijen en andere insecten
Een groenblauw schoolplein met voldoende schuilplaatsen en voedsel voor bijen en overige insecten draagt bij aan het voortbestaan van bijen en andere insecten en het vergroten van de lokale biodiversiteit. Dit maakt het mogelijk dat kinderen leren over insecten, hoe ze eruit zien, hoe ze leven en hoe je ze kunt helpen.
Driekwart van de insecten is in de afgelopen decennia verdwenen en 60% van alle bijensoorten wordt bedreigd in hun voortbestaan.
Elke insectensoort heeft zijn eigen ontwikkelingsstadia, met eigen eisen. Een plein met veel bloeiende planten, bessenstruiken, fruitbomen en wat water is niet alleen leuk voor de kinderen maar voldoet ook aan de eisen van vlinders, bijen en insecten.
Bijen
Er zijn solitair levende bijen zoals de wilde bij, metselbij, behangersbij en wolbij en de in kolonies levende bijensoorten zoals de verschillende honingbijen en hommels. Voor alle bijen geldt dat het belangrijk is dat voedsel en nestgelegenheid naast elkaar te vinden zijn.
Een bloeiend schoolplein met wat rommelhoekjes is ideaal als voeder- en schuilplaats voor bijen.
Een insectenhotel bijvoorbeeld biedt nestgelegenheid aan verschillende soorten bijen en andere insecten en is ook leuk om te maken met kinderen.
De honingbij zorgt indirect voor 1/3 van ons voedsel, ze bestuiven veel gewassen en fruitbomen.
Bijen hebben nectar en stuifmeel nodig om van te leven. Kies voor planten met een variatie in bloeitijden en verschillende bloemvormen zodat er het hele jaar voldoende voedsel is. Bloemvormen zoals schermbloemen, buisvormig, aarvormig of kelkvormig trekken allerlei bijen aan. Bijen houden daarnaast ook van kruiden zoals salvia, rozemarijn, tijm, venkel etc. Vooral de inheemse bloeiende planten zijn aantrekkelijk en noodzakelijk voor de wilde bijensoorten.
Bijen kunnen bij gevulde bloemen zoals sommige rozen en gevulde dahlia’s, niet bij het stuifmeel komen; kies voor variëteiten met een enkelvoudige bloem!
Lieveheersbeestjes
Lieveheersbeestjes zijn eigenlijk gewoon hele schattige kevers, met een halfronde bolvorm en korte pootjes. De eitjes zijn geel en worden in het voorjaar gelegd, meestal in groepjes bij elkaar aan de onderkant van een blad. In de maanden mei en juni zijn de larven in de tuin te zien.
Als de larven zijn uitgegroeid, vervellen ze. Na een aantal vervellingen verpoppen ze zich. Je kunt ze dan in de tuin vastgeplakt zien zitten op de meest uiteenlopende plekken, bijvoorbeeld onder stoelen en tafels. Na ongeveer een week komt het lieveheersbeestje uit de pop.
Zowel het volwassen lieveheersbeestje als de larven eten veel bladluizen. Een volwassen lieveheersbeestje eet er wel zo’n 100 per dag. Ze voeden zich met mijten, schildluizen en kleine rupsen. Ze zijn dus mooie bondgenoten om insectenplagen te voorkomen of te bestrijden.
Tijdens de winterslaap schuilen ze in insectenhotels of plantenafval. Ruim dus niet te veel op en wacht met het terugsnoeien van planten tot de lente aanbreekt. Meidoorn, liguster en hazelaar zijn populair bij lieveheersbeestjes.