Vogels: mus, koolmees, pimpelmees en roodborst
Een aantrekkelijk plein voor mussen, roodborsten, merels en andere zangvogels heeft een aantal elementen nodig. Groen zoals besdragende heesters, een boom en bloeiende planten zijn belangrijk, evenals beschutte hoekjes. Water in de vorm van een simpele waterschaal om in te badderen en uit te drinken is leuk om de vogels te kunnen bekijken. En verder is het is leuk om met de kinderen nestkastjes voor de vogels te bouwen.
Voedsel
De meeste (zang)vogels eten insecten, wormen, spinnetjes, bessen en zaden. Het is dan ook belangrijk om een gevarieerde beplanting te gebruiken met verschillende besdragende heesters en bloeiende planten die insecten aantrekken.
In de winter wanneer er vaak onvoldoende voedsel te vinden is, kunnen de vogels bijgevoerd worden. Dit kan door bijvoorbeeld vetbollen en pindakettingen op te hangen.
Nestkasten
Kleine vogels zoals de mus, koolmees en pimpelmees broeden in holtes van muren, onder dakpannen of in struiken. Aangezien die niet meer vaak te vinden zijn, is het ophangen van nestkasten belangrijk om broedplekken te bieden.
Huismussen nestelen het liefst in groepjes bij elkaar. Zorg bij het ophangen van de nestkasten, dat enkele bij elkaar hangen en dat de openingen van de verschillende kastjes naar verschillende kanten geplaatst worden. Dit zorgt ervoor dat de mussen niet te veel kletsen en aan broeden toekomen! Hang de kastjes op het noorden en/ of oosten op een hoogte tussen de 2 en 10 m. in ieder geval zo dat er geen katten bij kunnen komen.
Pimpelmees en koolmees maken gebruik van holtes in bomen en muren; ze broeden ook graag in nestkastjes. Hang de kastjes op een rustige plek op het zuiden, zuidoosten of oosten en op een hoogte tussen de 3 en 5 m.
Een roodborst maakt een komvormig nestje laag boven de grond in een dichte struik, in dichte klimplanten of in een boom. Zorg dat je voldoende variatie in beplanting hebt zodat ook een roodborst zich thuis voelt op het plein.
Het is belangrijk om in het najaar de nestkasten schoon te maken zodat de nestkast vrij blijft van parasieten. Hierdoor wordt de overlevingskans van de jongen in het volgende seizoen vergroot.